Geschiedenis

De geschiedenis van het dorp Loosduinen
Al 4.500 jaar geleden leefden er mensen op Loosduins grondgebied. Van de bewoning rond het begin van onze jaartelling zijn vele sporen gevonden van de Romeinen en de Cananefaten. De oorsprong van de naam Loosduinen is niet te traceren. Wel is zeker dat het een oeroude naam is die als voorbeeld is genoemd van zeer oude aardrijkskundige plaatsnamen.

Romeinse tijd
In de eerste eeuwen na Christus lag de regio aan de rand van het Romeinse rijk. Er zijn volop bewijzen: paardengraven, aardewerk, bronzen voorwerpen en munten. Bij Ockenburgh is een klein fort opgegraven. Rond de Uithofslaan is een fragment van een altaar en een bronzen wierookvat gevonden en van de inheemse inwoners uit die tijd, de Cananefaten, de resten van boerderijen.

De dorpskern rond het klooster
Loosduinen is als dorpskern ontstaan rondom het klooster. In de twaalfde eeuw stichtte graaf Floris de III op zijn bezittingen in Loosduinen een kapel. De eerste schriftelijke vermelding van Loosduinen ‘Losdun’ is te vinden in de annalen van de Abdij van Egmond. Er staat geschreven dat in 1186 graaf Dirk VII van Holland met Aleida van Kleef trouwde in de kapel van de villa Losdun. Omstreeks 1228 stichtte graaf Floris IV met zijn vrouw Machteld van Brabant op zijn Loosduinse grafelijke bezittingen een cisterciënzer abdij voor nonnen. Floris IV kocht toen tevens een hoeve in Den Haag, de latere Ridderzaal.

AbdijkerkHet mirakel van de Abdij: 365 kinderen in 1 dag
Door een legende kreeg de Abdijkerk in de 14e en 15e eeuw internationale vermaardheid als bedevaartplaats voor vrouwen die kinderloos bleven. Op Goede Vrijdag 1276 zou gravin Margaretha van Hennebergh 365 zonen en dochters hebben gebaard. Zij stierf tezamen met al haar kinderen en werd begraven in Loosduinen. De gravin werd hiermee gestraft omdat zij een bedelares zou hebben verjaagd.
Tot in de achttiende eeuw werd de Abdijkerk bezocht door onvruchtbare vrouwen. Een wandbord waarop dit verhaal staat verwoord, is nu nog te zien in de Abdijkerk. Het klooster werd vernietigd in de rumoerige tijden in het begin van de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648). Alleen van de kerk bleef een groot gedeelte staan. Het kerkgebouw is heden het oudste stenen gebouw van Den Haag.

 

‘Gravin Margaretha van Hennebergh baarde op goede vrijdag 1276 maar liefst 365 zonen en dochters. Ze stierven allemaal en werden begraven.’

De Lozerlaan
In het jaar 1280 werd door graaf Floris V Haagambacht afgescheiden van Monsterambacht waarbij de grens bepaald werd door de Oude Lozerlaan. Het gevolg was wel dat het dorp dat rond het kruispunt was ontstaan, doormidden werd gedeeld. Het dorp was klein en telde in 1561, 36 huizen die voornamelijk lagen aan de weg naar Monster (nu Loosduinse Hoofdstraat) en naar Wateringen (Willem III straat).
Tijdens het Franse bewind werd het bestuur van de overheid gereorganiseerd. Loosduinen werd voor het eerst een zelfstandige gemeente. Op 21 oktober 1811 werden Loosduinen met Eikenduinen, Poeldijk en Kwintsheul samengevoegd, met als eerste burgemeester F. van der Goes. Enige jaren later werden Kwintsheul en Poeldijk teruggegeven aan Monster.

De eerste schuit vaart onder de klok van de Loosduinse Veilingvanaf 1800: boeren en tuinders, de verplichte veiling
Loosduinen was en bleef een landelijke gemeente van boeren en tuinders. In de tweede helft van de 19e eeuw werd de teelt van aardappelen belangrijk vooral door de export naar Engeland. Ook de ontwikkeling van de tuinbouw nam een steeds grotere vlucht. Rond 1880 werd er al veel geteeld onder glas. Vooral de teelt van groene komkommers was van belang.
In 1899 werd de Loosduinsche Groentenveiling opgericht door 46 tuinders: al snel waren er 109 leden. Het bijzondere van de Loosduinse tuinders was dat zij als eersten in Nederland besloten tot verplicht veilen. Het werd de leden dus verboden om hun producten buiten de veiling om te verkopen.

Totale annexatie in 1923
‘s- Gravenhage had in de 19e eeuw voortdurend behoefte aan uitbreiding van zijn grondgebied om de groei van de stad en haar bevolking te plannen. Loosduinen lag regelmatig onder vuur en in 1903 werd het gedeelte tussen de Beeklaan en de Kamperfoeliestraat geannexeerd. Daarmee was de ‘landhonger’ niet gestild. In 1910 werd er wederom onderhandeld maar het duurde tot 1923 voordat de gemeenteraad van Loosduinen akkoord ging met totale annexatie van Loosduinen door ’s-Gravenhage. Er zijn toen afspraken gemaakt dat het tuinbouwgebied zoveel mogelijk intact zou blijven. We kunnen nu constateren dat daar weinig van terecht is gekomen. Loosduinen is thans een stadsdeel met meer dan 47.000 inwoners.


Er is altijd plek voor vrijwilligers en donateurs om het museum te ondersteunen.
Wilt u meedoen?


Zo wordt u donateur Vrijwilliger in het team